We gaan uit van een jaarlijkse woningproductie van 4.000 woningen of meer per jaar. Voor nieuwbouw wordt de norm gehanteerd van minimaal 30 procent sociale huur en 20 procent middeldure huur. Voor nieuwbouw streven we ook naar 20 procent betaalbare koop. Dit realiseren we per project of per gebied, overal in de stad. Waar de norm in een betreffend gebied onverhoopt niet wordt gehaald, wordt dit elders in de stad gecompenseerd. Zo ontwikkelen we diverse en gemengde wijken met voldoende voorzieningen.

Woningcorporaties hebben primaat over nieuwe en bestaande sociale woningbouw. Als sociale huurwoningen worden gesloopt, worden deze volledig gecompenseerd. Dit komt nog bovenop de nieuwbouwnorm voor sociale woningen. Voor studentenwoningen komt een kwantitatieve ambitie, naast de 30-procentsnorm van sociale woningbouw.

Nieuwe middeldure huurwoningen blijven middelduur (max. consumentenprijsindex +1), ook als een nieuwe bewoner het huis gaat huren. We willen dat 10 procent van de nieuw te bouwen betaalbare koopwoningen wordt gebruikt voor verschillende woonvormen, zoals wooncoöperaties, groepswonen, zelfbouw en/of collectief particulier opdrachtgeverschap(CPO).

Welk type woningen (sociale- en middeldure huur, koop) gebouwd worden, wordt vastgelegd in bestemmingsplannen / het omgevingsplan (beleidsregels), erfpachtcontracten en grondaktes.
De gemeente maakt sociale woningbouw, middeldure huur en betaalbare koop mogelijk door middel van het (actief) grondbeleid, via erfpachtvoorwaarden en ruimtelijke kaders.

Het is van belang dat CPO wordt ondersteund, daarom behouden we de Kavelwinkel. We zoeken naar nieuwe manieren van financiering binnen of buiten de gemeente. We willen dat de Kavelwinkel degelijk en onafhankelijk advies geeft, waarmee we iedereen die wil en kan in staat stellen zelf een woning te bouwen of een wooncoöperatie op te richten. Mensen kunnen in de Kavelwinkel ook advies krijgen over groepswonen en collectief opdrachtgeverschap in gestapelde bouw.

Er komt een fonds van € 50 miljoen (bron Enecomiddelen) voor sociale woningbouw en starters op de koopmarkt. Voor gebiedsontwikkeling (nodig voor onder meer een aantrekkelijke, groene buitenruimte en verkeersmaatregelen) en sociale woningbouw is 20 procent van de Eneco-middelen beschikbaar. Dit vullen we verder aan met nieuwe middelen uit de extra Rijksbijdragen. Landelijk is hiervoor 2x € 1 miljard beschikbaar. Een deel daarvan gaat naar Den Haag.

Bij gebiedsontwikkelingen zorgen we voor voldoende woningen voor gezinnen, ook in gestapelde bouw. Ouderen begeleiden we naar toegankelijker of kleinere woonruimte. We stimuleren nieuwe woonconcepten waarbij zorg dichtbij is georganiseerd, of waarin meerdere generaties gecombineerd kunnen wonen (kangoeroewoningen). We zetten in op meer groepswonen en zetten doorstroommakelaars in.

Bij herontwikkeling van de Twickelstraat, de Martelaren van Gorkumkerk, en de Plesmanweg wordt voldaan aan de norm van minimaal 30 procent sociale woningbouw. In het Poortgebouw komt zoals afgesproken een deel sociale woningbouw. In Duindorp willen we meer betaalbare starterswoningen, in het bijzonder op de Zeezwaluwstraat. Op het terrein van het voormalig Rode Kruisziekenhuis aan de Sportlaan en op het Bronovoterrein komt ruimte voor een zorgfunctie voor de buurt waarbij de woningopgave voor 30 procent socialer wordt.

Er wordt intensiever samengewerkt in de regio. Om Den Haag te ondersteunen bij de betaalbare woningbouwopgave vragen we de provincie om er voor te zorgen dat alle gemeenten in de regio een afdwingbare bijdrage aan de betaalbare woningvoorraad leveren en zich houden aan de afspraken die hierover gemaakt worden.

Er wordt extra geld voor betaalbare woningbouw aangetrokken door corporaties uit de regio en daarbuiten uit te nodigen om te investeren in Den Haag. Ook worden pensioenfondsen, banken en verzekeraars met een maatschappelijke opdracht gevraagd te investeren in betaalbare huur en koop. Beleggers en ontwikkelaars zullen lagere afnameprijzen voor sociale woningbouw moeten verrekenen binnen hun project.

We richten nieuwe wijkontwikkelingsmaatschappijen (nieuwbouw en renovatie) op om op korte termijn op specifieke plekken in de stad meer sociale woningbouw te realiseren en te renoveren. Ook verduurzaming krijgt hierin een plaats.